Muniga

Muniga  
Toepassingen: Door zijn gunstige eigenschappen en dikwijls fraaie uiterlijk kan muninga voor vele uiteenlopende toepassingen worden gebruikt. Het voldoet goed als constructiehout, zowel binnens- als buitenshuis en in de scheepsbouw. Fraai hout wordt toegepast voor meubelen, draaiwerk, betimmeringen, schrijnwerk en als fineer voor decoratieve doeleinden. Doordat het hout weinig werkt, is het geschikt voor muziekinstrumenten en precisiegereedschappen zoals waterpassen. Verder is het geschikt voor vloeren (voetgangersverkeer), traptreden, deuren kozijnen enz.
Atibt: muninga
Andere namen: Girassonde, mutete (Angola), umbila, mbila (Mozambique), mninga, mtumbati (Tanzania), mulombwa (Zaïre), mukwa (Zambia, Zimbabwe), kiaat, kajat, bloodwood (Zuid-Afrika).
Botanische naam: Pterocarpus angolensis DC.
Familie: Leguminosae (Papilionaceae).
Groeigebied: Oostelijk en zuidelijk Afrika.
Boombeschrijving: Hoogte afhankelijk van het groeigebied 15-20(-25) m. De stam is in het algemeen tamelijk recht en cilindrisch en 4-8 m takvrij. De diameter is 0,3-0,6 m. Bij de kap van de boom vloeit er een latexachtige stof uit de bast die een bloedrode kleur aanneemt en door de inheemse bevolking in sommige gebieden voor wondheling wordt gebruikt. De Zuid-Afrikaanse benaming "bloodwood" voor deze houtsoort is kennelijk aan genoemde eigenschap ontleend.
Aanvoer: Fineerhout en gekantrecht hout.
Houtbeschrijving: De kleur van het kernhout is licht tot goudbruin met een rood tot purperachtige streeptekening. Aan het licht blootgesteld wordt de kleur diep goudbruin met purperrode nuances. Het maximaal 40 mm brede spint van muninga heeft een witachtige kleur. Soms komen op het houtoppervlak ontsierende witte vlekjes voor die echter met behulp van ammonia of waterstofperoxide zijn te verwijderen. De structuur van muninga is over het algemeen gelijkmatig zonder opvallende tekening.
Houtsoort: loofhout
Draad: Recht tot onregelmatige draad en kruisdraad.
Nerf: Matig grof.
Volumieke massa: (480-)500- 620-700(-780) kg/m3 bij 12% vochtgehalte, vers 1000-1100 kg/m3.
Werken: Gering.
Drogen: Vrij langzaam, zowel versneld als aan de lucht gedroogd. Bij hout met een onregelmatige draad of kruisdraad is er enige neiging tot splijten of vervormen aanwezig, in het bijzonder in de directe omgeving van kwasten. Tijdens het drogen krimpt het hout zeer weinig. De krimpcijfers van muninga zijn lager dan die van teak. In gebruik is het hout zeer stabiel.
Bewerkbaarheid: Zowel met handgereedschap als met machines goed te bewerken. Hout met een onregelmatige draad is alleen met een gereduceerde snijhoek glad te schaven. Ook laat het zich uitstekend draaien en tot fineer verwerken.
Spijkeren en schroeven: Goed, voorboren wordt aanbevolen.
Lijmen: Goed.
Buigen: Matig.
Oppervlakafwerking: Goed.
Duurzaamheid: Schimmels 1. Termieten D.
Sterkteklasse:  
Impregneerbaarheid: Kernhout 3. Spint 2.
Bijzonderheden: Muninga behoort tot de padoeksoorten, maar lijkt in uiterlijk en bouw meer op Aziatisch padoek dan op het oranjerode Afrikaanse padoek.
Kwaliteitseisen: