Kastanje

Kastanje KASTANJE
Toepassingen: Geschikt voor buiten- en binnentimmerwerk, gelamineerde houtconstructies, meubelindustrie, uitvaartkisten, binnen en buitenbetimmeringen, beeldhouw-, draai- en snijwerk, keukengerei, wandelstokken, lijsten, buitendeuren, tuinmeubilair, parketvloeren (massief en tapis), scheeps- en carrosseriebetimmeringen, kisten en vaten voor voedingsmiddelen enz. De minder hoge kwaliteiten worden, in verband met de hoge duurzaamheid, gebruikt voor (gekloofde) afrasteringspalen, fruitpalen, staken en boerengeriefhout. Dun hout en houtafval worden voor de spaanplaatfabricage gebruikt.
Atibt:  
Andere namen: 1. Europees kastanje, tamme kastanje (Nederland), Edelkastanie (Duitsland), châtaignier (Frankrijk), sweet chestnut, Spanish chestnut (Groot-Brittannië). 2. Amerikaans kastanje (Nederland), chestnut (Verenigde Staten).
Botanische naam: 1. Castanea sativa Mill. 2. Castanea dentata (Marsh) Bork.
Familie: Fagaceae.
Groeigebied: 1. West- en Zuid-Europa, Klein-Azië, Noord-Afrika. 2. Oostelijk Noord-Amerika.
Boombeschrijving: Hoogte 15-25 m, maximaal 30 m. Diameter 0,6-1,0 m, maximaal 1,5 m. De takvrije stam is 6-15 m. Wordt ook als hakhout voor palen gewonnen, in omlopen van 15-20 jaar. In oude stammen komen vaak ringscheuren en loshartigheid voor. De zogenaamde wilde kastanje of paardekastanje (Aesculus hippocastanum L.) is een geheel andere boomsoort en de houteigenschappen zijn minder goed dan van tamme kastanje.
Aanvoer: Gekantrecht hout, gekloofd hout voor hekpaaltjes.
Houtbeschrijving: Het lichtbruin tot donkerbruin gekleurde hout lijkt veel op eiken, maar is lichter in gewicht en laat zich wat makkelijker bewerken. Het vuilwitte spint is ongeveer 13 mm breed. Tamme kastanje is ringporig en heeft op het dosse vlak eenzelfde vlamtekening als eiken, maar mist de \"spiegels\" die zo kenmerkend zijn voor eiken. Tamme kastanje heeft een hoog looizuurgehalte dat corrosie van metalen versnelt. Vooral bij ijzer en staal is voorzichtigheid geboden bij contact met vochtig hout. In het verse hout van Europees kastanje komen door oxydatie van inhoudsstoffen gele verkleuringen voor. Door lakken worden deze vlekken geaccentueerd die, aan licht blootgesteld, afhankelijk van de lichtintensiteit, na enige weken tot maanden zijn verdwenen.
Houtsoort: loofhout
Draad: Meestal recht.
Nerf: Matig grof tot grof.
Volumieke massa: 1. (490-)540 (-650) of (540-)590(-650) kg/m3 bij 12% vochtgehalte, vers 1040 kg/m3. 2. 480 kg/m3 bij een vochtgehalte van 12%.
Werken: Middelmatig.
Drogen: Langzaam, met neiging tot collaps, vervorming en scheuren.
Bewerkbaarheid: Tamme kastanje laat zich zonder problemen zagen en schaven. Bij daarvoor zeer gevoelige personen kan bij blootstelling aan kastanjehoutstof dermatitis (huidonstekingen) ontstaan.
Spijkeren en schroeven: Matig. Geen ijzeren verbindingsmiddelen gebruiken vanwege het hoge looizuurgehalte.
Lijmen: Goed.
Buigen: Goed, bij foutvrij materiaal.
Oppervlakafwerking: Matig. Bij watergedragen lakken een voorbehandeling toepassen vanwege het hoge looizuurgehalte.
Duurzaamheid: Schimmels in grondcontact 2. Anobium G. Termieten M. Hesperophanes spint G.
Sterkteklasse:  
Impregneerbaarheid: Kernhout 4. Spint 2.
Bijzonderheden: In Verenigde Staten zijn veel bomen het slachtoffer geworden van een ziekte. Daardoor wordt Amerikaans kastanje nog maar weinig aangeboden. In het hout dat op de Amerikaanse markt met de notitie WHND (WormHoles No Defect) wordt aangeboden, zitten vrijwel altijd boordergaten met een diameter groter dan 4 mm.
Kwaliteitseisen: