Eiken Amerikaans wit

EIKEN, AMERIKAANS WIT  
Toepassingen: Meubelen, geveltimmerwerk, scheepshuiden, vloeren, traptreden, trapleuningen, constructiehout, vaten (in Noord-Amerika speciaal voor whiskeyvaten), speelgoed en verder voor alle normale toepassingen zoals bij Europees eiken.
Atibt:  
Andere namen: Wit Amerikaans eiken (België), Chêne blanc d'Amérique (Frankrijk), Amerikanische Weisseiche (Duitsland), American white oak (Groot-Brittannië) 1. True white oak. 2. chestnut oak, rock oak. 3. post oak. 4. overcup oak. 5. swamp chestnut oak, basket oak. 6. bur oak. 7. swamp white oak. 8. chinquapin oak. 9. live oak (Noord-Amerika).
Botanische naam: 1. Quercus alba L. 2. Quercus montana Willd. 3. Quercus stellata Wangenh. 4. Quercus lyrata Walt. 5. Quercus michauxii Nutt., Q. prinus L. 6. Quercus macrocarpa Michx. 7. Quercus bicolor Willd. 8. Quercus mühlenbergii Engelm. 9. Quercus virginiana L.
Familie: Fagaceae.
Groeigebied: Het beste Amerikaans wit eiken groeit, afhankelijk van de soort, voornamelijk in de oostelijke helft van Noord-Amerika en Zuidoost-Canada.
Boombeschrijving: Afhankelijk van de groeiomstandigheden 25-38 m hoge boom, lengte takvrije stam 12-15 m, diameter 0,9-1,2 m, maximaal 1,6 m.
Aanvoer: Als zaag- en fineerhout, gekantrecht hout en fineer.
Houtbeschrijving: Kwartiers gezaagd hout vertoont karakteristieke glanzende "spiegels", veroorzaakt door de brede stralen. Het hout is ringporig waardoor op het dosse vlak een vlamtekening ontstaat. Structuur en kwaliteit variëren naar gelang de groeicondities. Het kernhout is bleek geelbruin tot middelbruin. Het spint is bijna wit.
Houtsoort: loofhout
Draad: Meestal recht.
Nerf: Matig grof tot grof.
Volumieke massa: (670-)730- 750(-820) kg/m3 bij 12% vochtgehalte. Het is wat zwaarder dan Europees eiken.
Werken: Middelmatig.
Drogen: Vrij langzaam. Enige neiging tot scheuren en collaps is daarbij aanwezig.
Bewerkbaarheid: Amerikaans wit eiken uit het Appalachian-gebied is meestal langzaam gegroeid en produceert vrij licht, mild te bewerken hout. Eiken uit de zuidelijke staten groeit snel, heeft dus brede groeiringen en levert harder en taaier hout dat wat moeilijker te bewerken is. Het laat zich, zowel met handgereedschap als met machinaal gereedschap, vrij goed verwerken.
Spijkeren en schroeven: Goed. Voorboren wordt aanbevolen. Roestvast bevestigingsmateriaal wordt aanbevolen, anders bestaat gevaar voor blauwzwarte verkleuring in contact met ijzer. In contact met koper of messing ontstaat er lichtbruine verkleuring.
Lijmen: Goed.
Buigen: Goed.
Oppervlakafwerking: Goed. Leent zich goed voor beitsbehandelingen, roken, logen e.d.
Duurzaamheid: Schimmels 2-3. Anobium G. Termieten M. Het spint is gevoelig voor aantasting door Lyctus.
Sterkteklasse:  
Impregneerbaarheid: Kernhout 4. Spint 2.
Bijzonderheden: Nat hout is corrosief in contact met ijzer. Blauwzwarte verkleuringen zijn het gevolg van de reactie tussen ijzer en het looizuur (tannine) in het hout. Eikenhout in contact met cement of beton zal het uitharden hiervan vertragen. Wit eiken is te onderscheiden van rood eiken aan de thyllen, die de houtvaten verstoppen. Dit in tegenstelling tot Amerikaans rood eiken dat geen thyllen in de vaten heeft en dus veel "poreuzer" is. Bovendien is rood eiken enigszins roodachtig van kleur. Het in Nederland groeiende Amerikaans eiken, dat als inlands Amerikaans eiken in de handel wordt gebracht, is afkomstig van Quercus rubra Du Roy (zie Amerikaans rood eiken).
Kwaliteitseisen: